Haringe is heel apart. Het is een charmant dorpje aan de schreve. Maar wie vanuit Haringe Frankrijk in wil, moet dat wel te voet doen of een ommetje maken langs één van de buurdorpen. Want de enige grensovergang in het dorp is een heel oud voetgangersbruggetje over de Heydebeek, die in Haringe de grens vormt tussen ons land en Frans-Vlaanderen. Bovendien bestaat Haringe officieel niet echt. In 1857 al werd het samen met Roesbrugge de allereerste fusiegemeente van ons land, en sindsdien is Roesbrugge-Haringe de officiële GPS-naam. Maar zowel Roesbrugge als Haringe hebben altijd al hun eigen identiteit gehad, en die is tot op vandaag heel goed bewaard gebleven.
Haringe bestaat al heel lang. Silexen en gesmolten brons, gevonden langs de Heydebeek, wijzen op bewoning in de oudheid. Op sommige velden liggen ook nu nog stukken Romeinse dakpannen voor het rapen en duidelijke sporen van een oude Romeinse waterput tonen dat er ooit Romeinen woonden. En de oude crypte in het hoogkoor van de kerk bewijst dat er in de beginjaren van de kerstening van Vlaanderen in Haringe al een kerkje gebouwd werd.
De geklasseerde Sint-Martinuskerk leest trouwens als een boeiend geschiedenisboek. Een deel van de romaanse toren en muren bestaat nog uit grote stukken ijzerzandsteen en in de kerk staat de voet van een oude pilaar van een vroegere kerk. In de kerk ligt ook een merkwaardige latei die vermoedelijk ooit de ingang of een zijingang van die vroegere kerk sierde. Het is een grote ijzerzandsteen met primitieve Keltische symbolen. Volgens historici een bewijs dat Ierse monniken via Haringe onze contreien lang geleden kwamen kerstenen.
De romaanse, gotische en barokke elementen in gebouw harmoniëren perfect, en de aankleding is erg rijk en uniek. Omdat het interieur sinds de beeldenstorm intact is gebleven, zijn er heel wat oude polychrome beelden, de barokke houten lambrisering is prachtig en het Van Peteghemorgel is wereldberoemd.
Vlakbij de kerk staat het graf van dorpspastoor Joris Declercq. Hij ging ook als dichter-schrijver-schilder Djoos Utendoale door het leven, en gaf aan Haringe een heel aparte dynamiek. Hij schreef verschillende reeksen prachtige spreuken, enkele boeken en hij schilderde niet alleen hier, maar ook in Burundi, waar hij lange tijd missionaris was, een heel oeuvre bij elkaar. Zijn grafsteen ontwierp hij zelf, en de steen stond zelfs enkele jaren in zijn pastorie. “Om eraan te wennen,” argumenteerde de pater toen. Op de grafsteen staan trouwens enkele merkwaardige citaten van de pater-kunstenaar gebeiteld.
In het dorpscentrum staat het bronzen beeld van Karel de Blauwer. Die sagenfiguur leeft in de boeken van Jules Leroy en Djoos Utendoale en staat voor de vele smokkelaars – blauwers – die in de streek bij het blauwen hun leven riskeerden. Ook het ijzeren smokkelbrugje over de Heydebeek bij het authentieke blauwerscafé d’Heybeke verwijst naar die harde tijden. Een oude kerkewegel, die vertrekt aan de blauwerspaal bij het standbeeld, leidt via dat brugje nog altijd naar Frankrijk. Die blauwerspaal is trouwens een ideaal vertrekpunt voor boeiende wandel- of fietswegen in de grensregio.